3e plaatje TAAL

Wanneer de hersenen problemen geven

1. Bij autisme

Wanneer een kind niet of nauwelijks in staat is een normale relatie met zijn omgeving te ontwikkelen.

Symptomen :

OORZAAK
Vooralsnog niet bekend. Onderzoek wijst in de richting van een afwijkende hersenfunctie.

GEVOLG
De communicatie kan verstoord zijn door een probleem met de spraak/taal in combinatie met het gedrag. Sociaal isolement.

LOGOPEDIE
De logopedist geeft advies met betrekking tot de communicatie. De therapie bestaat uit spraak- en taaltraining. Belangrijk is eerst de voorwaarden voor communicatie te creëren, zoals leren luisteren, het samen iets doen. Als de spraak niet of onvoldoende op gang komt, zal gebruik gemaakt worden van ondersteunende communicatiemiddelen, zoals ondersteunende gebaren, pictogrammen en/of foto's -al dan niet in een communicatiemap-. De omgeving van het kind zal hierbij altijd een belangrijke rol spelen.

Ook kinderen met een "aan autisme verwante contactstoornis" komen voor logopedie in aanmerking.

Terug naar inhoudsopgave

2. Bij kinderen met een hersenbeschadiging

Wanneer door de afwijkende werking van de hersenfuncties problemen ontstaan met betrekking tot de spraak-taalontwikkeling, eten en drinken en/of speekselverlies.
Een kind heeft moeite om taal te begrijpen en/of zichzelf duidelijk te maken. Er kan sprake zijn van een te hoge of een te lage spierspanning, wat problemen geeft met de mondmotoriek. Ook kan de gevoeligheid in de mond afwijkend zijn.

OORZAAK
Een hersenbeschadiging vóór, tijdens of (vlak) na de geboorte.

GEVOLG

LOGOPEDIE
De therapie bij een spraak-taalstoornis is afhankelijk van de mogelijkheden van het kind en zijn omgeving. In het algemeen moet een kind positieve ervaringen opdoen in de communicatie, waarna eventueel gericht geoefend kan worden. Als de verbale communicatie niet of onvoldoende op gang komt zal er gebruik gemaakt worden van ondersteunende communicatiemiddelen, zoals een communicatiemap, aanwijzen via plaatjes, een apparaat met spraakuitvoer en/of ondersteunende gebaren. De omgeving van het kind zal hierbij altijd een belangrijke rol spelen. De therapie bij eet- en drinkproblemen kan bestaan uit begeleiden van het eten en drinken om de mondmotoriek te verbeteren of adviezen met betrekking tot bijvoorbeeld veilig slikken, soorten voeding en hulpmiddelen. Om speekselverlies te verminderen geeft de logopedist adviezen aan de omgeving en/of aan het kind. Therapie gericht op het verbeteren van de mondmotoriek en/of van de gevoeligheid in de mond kan een mogelijkheid zijn. De logopedist werkt vaak samen in een team van specialisten

Terug naar inhoudsopgave

3. Bij verstandelijk gehandicapten

Wanneer de gehele ontwikkeling traag verloopt en eerder dan normaal het plafond van ontwikkelingsmogelijkheden bereikt is.
De graad van de handicap kan licht, matig of ernstig zijn. Afhankelijk van de ernst leren sommigen spreken, terwijl anderen daar niet of nauwelijks toe komen. Veel verstandelijk gehandicapten hebben nog andere handicaps en zijn bijvoorbeeld blind, slechthorend en/of motorisch gehandicapt.

OORZAAK
Een aangeboren beperking van het verstandelijk vermogen.

GEVOLG

LOGOPEDIE
De therapie is sterk afhankelijk van de mogelijkheden van het kind en zijn omgeving. In het algemeen moet een kind positieve ervaringen opdoen in de communicatie, waarna eventueel gericht geoefend kan worden.

Als de verbale communicatie niet of onvoldoende op gang komt zal er gebruik gemaakt worden van ondersteunende communicatiemiddelen, zoals een communicatiemap, een apparaat met spraakuitvoer en/of ondersteunende gebaren. De omgeving van het kind zal hierbij altijd een belangrijke rol spelen. De therapie bij eet- en drinkproblemen kan bestaan uit oefening van de mondspieren, functioneel oefenen van het eten en drinken, of adviezen met betrekking tot bijvoorbeeld veilig slikken, soorten voeding en hulpmiddelen. De logopedist geeft adviezen aan de omgeving en/of aan het kind. Therapie gericht op het verbeteren van de mondmotoriek en/of van de gevoeligheid in de mond kan een mogelijkheid zijn. De logopedist werkt vaak in een team van specialisten.

Terug naar inhoudsopgave

4. Bij afasie

Wanneer er problemen zijn met het begrijpen van gesproken taal, het spreken, het lezen en/of het schrijven.
Het komt meestal bij ouderen voor, maar het kan ook bij kinderen voorkomen. Naast de problemen met het taalvermogen en taalvaardigheid kunnen zich cognitieve problemen voordoen zoals met de concentratie, oriëntatie in de ruimte, het geheugen of gedragsveranderingen.

OORZAAK

GEVOLG
Communicatieproblemen. Sociaal isolement. Terugkeer in het arbeidsproces is vaak moeilijk.

LOGOPEDIE
De logopedist geeft uitleg en advies met betrekking tot afasie en de gevolgen daarvan. De logopedist geeft indien mogelijk oefeningen met als doel het schrijven en de communicatie te verbeteren. De logopedist houdt rekening met de beperkingen van bijvoorbeeld dementie. De begeleiding van de omgeving speelt een belangrijke rol in de verbetering van de onderlinge communicatie. Wanneer de communicatie via spreken niet of nauwelijks mogelijk is, zal een ondersteunend communicatiemiddel kunnen worden aangeboden, zoals bijvoorbeeld een communicatiemap.

Zowel in de beginfase als na de periode van spontaan herstel (ongeveer zes maanden), kan logopedie een belangrijke bijdrage leveren aan het herstel van communicatieve functies.

Terug naar inhoudsopgave

5. Bij dysartrie

Wanneer het spreken onduidelijk, monotoon of nasaal en de stemgeving zwak of hees is. Ook kan het spreken te snel gaan, met onregelmatige pauzes. Er is dan weining controle op het spreken.
Een aantal spieren dat nodig is voor het eten en drinken, ademhalen en spreken functioneert niet goed.

OORZAAK

GEVOLG
Een slechte verstaanbaarheid die de communicatie bemoeilijkt. Eet- en drinkproblemen. Sociaal isolement.

LOGOPEDIE
De logopedist geeft oefeningen met als doel de mondmotoriek, uitspraak, ademhaling en stemgeving te verbeteren. Wanneer er in het spreken geen verbetering optreedt zal naar een ondersteunend communicatiemiddel worden gezocht. Indien nodig wordt voorlichting gegeven over voedingsconsistentie, kauwen en slikken.

Terug naar inhoudsopgave

Wanneer meertaligheid een probleem is

6. Problemen in de meertalige ontwikkeling

In de regel kan men tot de leeftijd van twaalf jaar meerdere talen probleemloos leren spreken. Maar bij sommige kinderen verloopt dit proces moeizaam.

OORZAAK
Alles wat een probleem in de eentalige ontwikkeling veroorzaakt, heeft ook dit effect op de meertalige ontwikkeling. Denk hierbij aan problemen in concentratie, luisterontwikkeling en geheugen en aan stoornissen op het cognitieve en sociaal-emotionele vlak. Daarnaast kunnen problemen in de meertalige ontwikkeling veroorzaakt worden door een kwantitatief en/of kwalitatief achterblijvend aanbod in de verschillende talen.

GEVOLG
Problemen met het verwerven van het Nederlands waardoor de communicatie verstoord raakt en het kind belemmerd wordt in zijn ontwikkeling. Een taalachterstand kan resulteren in een leerachterstand en zo een bedreiging wormen voor de schoolcarrière.

LOGOPEDIE
De logopedist brengt de knelpunten in de meertalige ontwikkeling in kaart, geeft taal-, spraak- en luistertraining ter bevordering van de spraak- en taalontwikkeling en adviseert en begeleidt ouders en directe omgeving over taalaanbod en taalstimulering.

Terug naar inhoudsopgave

7. Meertaligheid bij volwassenen

Sommige anderstalige volwassenen hebben moeite met de klankvorming en de juiste toepassing van intonatie, ritme en snelheid in de Nederlandse taal.

OORZAAK
Zoals ook bij eentaligheid sprake kan zijn van zwak taalgevoel, luisterproblemen en verminderd gevoel voor de toepassing van juiste klanken, zo kan zich dit ook bij het leren van een tweede taal voordoen. Daarnaast zijn er tussen talen verschillen in specifieke spraakkenmerken en intonatie mogelijk die een expliciete training ervan noodzakelijk maken.

GEVOLG
Problemen met het verwerven van het Nederlands waardoor de communicatie verstoord raakt en een belemmering optreedt in deelname aan sociale activiteiten. Het kan een beperking vormen bij (vervolg)opleiding en beroepsperspectief.

LOGOPEDIE
De logopedist brengt in kaart wat het knelpunt is in de taalverwerving van het Nederlands. Daarbij wordt een afweging gemaakt wat de specifieke taak is van de logopedist en van andere betrokkenen zoals docenten Nederlands als tweede taal (NT2). De logopedist geeft luister-, articulatie- en stemtraining.

Terug naar inhoudsopgave